Appeltaart

  • 300 gram DovesFarm witte bloem (of bijv. 200 DovesFarm + 100 gram havermeel)
  • 100 gram witte basterdsuiker
  • mespunt zout
  • 1 eetlepel fiberhusk
  • 200 gram harde koude boter
  • 1 ei
  • 1 kilo stevige appels (jonagold, goudrenetten, elstar)
  • 100 gram rozijnen
  • 100 gram kristalsuiker
  • 2 á 3 theelepels kaneel
  • ca 2 eetlepels custardpoeder (of maïzena met een half zakje vanillesuiker)
  • 3 eetlepels abrikozenjam

Meng in een kom de bloem, basterdsuiker, fiberhusk en zout door elkaar.
Snijd de boter er met een mes door heen tot het hele kleine stukjes zijn.
Klop het ei los en voeg ¾ aan de bloem toe.

Mix met kneedhaken alles door elkaar.
Kneed alles met koude handen snel tot een soepele deegbal.
Leg die een uurtje in de koelkast.
Vet een springvorm (24 cm.) in en zet die tot gebruik in de koelkast.

Verwarm de oven voor op 175 graden.
Schil de appels en snij ze in kleine stukjes, vermeng de suiker, custard en het kaneel en schud dit goed door de appelstukjes.
Meng de rozijnen er door.
Druk ¾ van het deeg uit in de vorm, verdeel het appelmengsel erover.
Rol de rest van het deeg uit tot een lap van ca. ½ cm. dik en snij het in repen van ca. 1 ½ cm breed. Leg de repen in een ruitvorm op de vulling en druk ze aan de deegrand vast. Bestrijk het deeg met de rest van het ei.
Bak de taart één richel onder het midden in de oven en ca. 1 uur goudbruin en gaar.
Bestrijk de taart direct uit de oven met de abrikozenjam en laar hem afkoelen.
Lekker met een flinke toef slagroom en/of créme fraiche.

Voor een hele bakplaat neem je 750 gram meel en pas je de rest aan.